Een letselschadeadvocaat helpt bij het verzamelen van bewijs, het indienen van een schadeclaim en het onderhandelen met verzekeraars of het Schadefonds Geweldsmisdrijven om ervoor te zorgen dat u een eerlijke vergoeding krijgt.







Wij zijn Van Diepen Van der Kroef Advocaten. In de volksmond ook wel “Van Diepen”. Met ongeveer 70 advocaten op (vier) vestigingen in Hoorn, Alkmaar, Utrecht en Amsterdam, zijn we het grootste onafhankelijke advocatenkantoor van Nederland. Samen hebben we alle juridische specialismen onder één dak. Dat geeft onze cliënten een voorsprong, ook in letselschadezaken. Als zaken complexer worden of als andere specialismen nodig zijn, dan hebben we dat ook in huis. Dat maakt ons behalve trots, als dienstverlener ook sterk en uniek.
Onze Sectie Aansprakelijkheidsrecht op de vestiging te Amsterdam, richt zich met een team van drie gedreven en gespecialiseerde advocaten op alle zaken die van doen hebben met schade en schadevergoeding. In het bijzonder richt ons team in Amsterdam zich op het letselschaderecht; jouw letselschadezaak is bij ons in bekwame handen.
Ons letselschadeteam stelt zich graag aan je voor: een kop koffie met (van links naar rechts) Michaël Dol, Ashley Geerts en Eke Tinga.
Als je dit leest, dan is de kans groot dat je betrokken bent geweest bij een ongeluk of ongeval. Dat is bijzonder vervelend, en dat kunnen we helaas niet anders maken. Wel kunnen we jou juridisch ontzorgen, want dat is onze grote meerwaarde. Als slachtoffer of gedupeerde komt er na een ongeval nu eenmaal (juridisch) veel op je af, terwijl jouw hoofd wel naar andere zaken staat.
Wij behoeden je voor de juridische valkuilen, stellen de veroorzaker aansprakelijk en voeren de onderhandelingen met de verzekeraar om tot een zo hoog mogelijke schadevergoeding te komen. Als dat nodig is, dan spannen we een procedure aan bij de rechtbank en dwingen we de betaling van een schadevergoeding in rechte af. In de meeste gevallen is onze dienstverlening gratis. De meest voorkomende soorten letselschadezaken zijn de volgende:
Binnen het letselschaderecht zijn behalve (gespecialiseerde) advocaten ook zelfbenoemde ‘letselschade-experts’ werkzaam. De keuze voor een advocaat komt met een aantal voordelen. Behalve dat advocaten bij uitstek juridisch geschoold zijn - met een rechtenstudie en een praktijkstage - en voor advocaten bovendien tuchtregels gelden die de juridische kwaliteit garanderen, mogen alleen advocaten procederen. Als de (verzekeraar van de) veroorzaker niet wil betalen, dan kan alleen de advocaat betaling afdwingen bij de rechtbank. Je wil een belangenbehartiger die druk kan uitoefenen, en dat kan de advocaat.
Het is fijn dat we meteen voor je kunnen procederen als het moet, maar het helpt ook zeker in de onderhandelingen voorafgaande aan een procedure. Alleen een advocaat kan dreigen met een gerechtelijke procedure, en dat vertaalt zich al snel in een hogere schadevergoeding.
Onze inzet is om jou (juridisch) te ontzorgen. Jij hebt als slachtoffer of gedupeerde immers al genoeg aan je hoofd. Schroom niet en zoek contact met ons, om in de meeste gevallen gratis rechtshulp te ontvangen van ervaren en gespecialiseerde advocaten
Even terug naar de basis. Wat is letselschade? In letselschadezaken gaat het altijd om letsel, toegebracht door een ander. Die ander houden we in het letselschaderecht dan vervolgens aansprakelijk voor alle schade die het gevolg is van het toegebrachte letsel. In de praktijk zijn het meest voorkomend verkeersongelukken en bedrijfsongelukken; een ongeluk zit nu eenmaal in een klein hoekje.
Het slachtoffer of de gedupeerde heeft alleen recht op een vergoeding, als aan de veroorzaker een juridisch verwijt is te maken. In de praktijk is dat een discussie tussen ons, als jouw advocaten, en de verzekeraar van de veroorzaker. De discussie ziet in de eerste plaats op de aansprakelijkheid van de veroorzaker, en zodra de aansprakelijkheid eenmaal is erkend of anderszins is komen vast te staan, vervolgens op de hoogte van de schadevergoeding.
In principe komt alle schade voor vergoeding in aanmerking. De zogenoemde materiële schade - en die kan in de papieren lopen - maar tot op zekere hoogte ook de immateriële schade. Ook wel smartengeld genoemd. Het smartengeld loopt als uitgangspunt uiteen van € 2.000,00 ingeval van gering letsel tot wel € 76.000,00 (of meer) ingeval van uitzonderlijk zwaar letsel. De trend is in Nederland dat steeds hogere schadevergoedingen worden toegekend.
Een letselschadeadvocaat helpt bij het verzamelen van bewijs, het indienen van een schadeclaim en het onderhandelen met verzekeraars of het Schadefonds Geweldsmisdrijven om ervoor te zorgen dat u een eerlijke vergoeding krijgt.
Als de dader niet in staat is om de schadevergoeding te betalen, kunt u een aanvraag indienen bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven voor een financiële tegemoetkoming.
Smartengeld is een vergoeding voor immateriële schade, zoals emotioneel en psychisch leed. Het wordt toegekend om het trauma, de angst en andere mentale gevolgen van huiselijk geweld te compenseren.
Ja, als slachtoffer van huiselijk geweld kunt u schadevergoeding claimen voor zowel de fysieke als emotionele schade die u heeft geleden. Dit kan onder andere medische kosten, inkomensverlies en smartengeld omvatten.
U kunt schadevergoeding claimen voor zowel materiële schade, zoals medische kosten en inkomensverlies, als immateriële schade (smartengeld) voor de pijn en het leed dat u door het ongeval heeft ervaren.
U kunt medische rapporten en verklaringen van specialisten gebruiken om aan te tonen dat uw letsel of klachten zijn verergerd door het ongeval.
Nee, volgens de 'eierdopregel' is de veroorzaker van het ongeval volledig aansprakelijk voor de schade, ook als uw bestaande conditie het letsel heeft verergerd.
Predispositie verwijst naar een reeds bestaande medische conditie die iemand kwetsbaarder maakt voor letsel of verergering van klachten na een ongeval.
Als de breuk is veroorzaakt door de schuld van een ander, kunt u mogelijk een schadevergoeding claimen voor medische kosten, inkomensverlies en smartengeld. Een letselschadeadvocaat kan u hierbij helpen.
De hersteltijd kan variëren van enkele weken tot enkele maanden, afhankelijk van de ernst van de breuk en de gekozen behandeling. Fysiotherapie is vaak nodig om de mobiliteit te herstellen.
De behandeling varieert van immobilisatie met een brace tot operaties om de gebroken botstukken weer op hun plaats te krijgen. Revalidatie is vaak nodig om volledig te herstellen.
Een gebroken knieschijf gaat gepaard met hevige pijn, zwelling, bewegingsbeperking en mogelijk een misvormde knie. Een röntgenfoto is nodig om de diagnose te bevestigen.
Documenteer uw inkomensverlies zorgvuldig met loonstroken, belastingaangiften en medische rapporten. Raadpleeg een letselschadeadvocaat om de aansprakelijkheid vast te stellen en de schadevergoeding te claimen waar u recht op heeft.
Als u door de schuld van een ander letsel heeft opgelopen dat leidt tot inkomensverlies, kunt u recht hebben op schadevergoeding. U moet kunnen aantonen dat het verlies direct verband houdt met het ongeval.
De berekening van gederfde inkomsten houdt rekening met het inkomen dat u vóór het ongeval verdiende, uw toekomstige inkomensverwachtingen, en eventuele uitkeringen of vergoedingen die u ontvangt.
Gederfde inkomsten verwijzen naar het verlies van inkomen dat optreedt wanneer iemand door een ongeval of letsel niet in staat is om te werken, of slechts beperkt kan werken.
U kunt bewijzen verzamelen door bijvoorbeeld communicatie met de dader te bewaren (zoals e-mails of berichten), getuigenverklaringen te verzamelen, en medische rapporten van psychische hulpverleners te gebruiken die de gevolgen van de mishandeling vaststellen.
Als u slachtoffer bent, is het belangrijk om erover te praten met iemand die u vertrouwt en hulp te zoeken bij een professional. Daarnaast kunt u juridisch advies inwinnen om te onderzoeken of u juridische stappen kunt ondernemen tegen de dader.
Ja, als u door geestelijke mishandeling psychische schade heeft opgelopen, zoals PTSS, kunt u mogelijk een schadevergoeding claimen voor medische kosten, inkomensverlies en emotioneel leed.
Geestelijke mishandeling op zich is niet altijd expliciet strafbaar, maar gedrag dat erbij hoort, zoals bedreiging, stalking of dwang, kan wel strafbaar zijn. In dergelijke gevallen kan de dader worden vervolgd op basis van strafrechtelijke bepalingen.
Geestelijke mishandeling omvat gedrag zoals manipulatie, constante kritiek, vernedering, sociale isolatie, gaslighting en emotionele controle. Het kan ernstige psychologische schade veroorzaken, zoals angst, depressie en posttraumatische stressstoornis (PTSS).
Zoek direct medische hulp, documenteer de schade en raadpleeg een letselschadeadvocaat om te bespreken hoe u een schadeclaim kunt indienen.
Ja, naast vergoeding voor medische kosten kunt u ook smartengeld claimen voor de fysieke en emotionele schade die u door de mislukte behandeling heeft opgelopen.
U kunt dit bewijzen door medische rapporten, foto’s van de schade en getuigenverklaringen te verzamelen, evenals documentatie van de behandeling en communicatie met de behandelaar.
Als een laserbehandeling is mislukt door nalatigheid van de behandelaar, kunt u recht hebben op schadevergoeding voor medische kosten, inkomensverlies en emotioneel leed.
Ja, naast vergoeding voor fysieke schade kunt u ook smartengeld claimen voor de emotionele en psychologische gevolgen van een honden- of paardenbeet, zoals angst en trauma.
Zoek onmiddellijk medische hulp, documenteer de wond en het incident, en raadpleeg een letselschadeadvocaat om uw rechten en mogelijkheden te bespreken.
Ja, net als bij een hondenbeet is de eigenaar van het paard aansprakelijk voor de schade die het dier veroorzaakt. U kunt schadevergoeding claimen voor medische kosten, inkomensverlies en emotioneel leed.
De eigenaar van de hond is vrijwel altijd aansprakelijk voor de schade die door het dier wordt veroorzaakt, ongeacht of de beet werd uitgelokt of niet.
Zoek direct medische hulp, meld het ongeval bij de politie, en verzamel contactgegevens van getuigen. Een letselschadeadvocaat kan u helpen om schadevergoeding te claimen voor uw letsel en materiële schade.
De WA-verzekering van de automobilist dekt vaak de schade. Als u zelf aansprakelijk bent, kan uw eigen aansprakelijkheidsverzekering een deel van de kosten dekken.
Verzamel bewijsmateriaal van het ongeval, raadpleeg een arts en neem contact op met een letselschadeadvocaat om uw rechten te beschermen en mogelijk een schadevergoeding te claimen.
Ja, u kunt een schadevergoeding claimen voor medische kosten, inkomensverlies en smartengeld als u spierpijn of ander letsel heeft opgelopen door de schuld van een andere bestuurder.
U heeft doorgaans vijf jaar om een schadeclaim in te dienen in Nederland, maar het is verstandig om zo snel mogelijk juridische stappen te ondernemen om uw kansen op succes te vergroten.
U kunt dit aantonen door medische rapporten, getuigenverklaringen en eventueel bewijsmateriaal van het ongeval. Deze gegevens kunnen helpen om het verband tussen het ongeluk en uw letsel te onderbouwen.
Ja, als uw gekneusde ribben het gevolg zijn van een val veroorzaakt door nalatigheid van een ander, kunt u mogelijk een schadeclaim indienen voor medische kosten, inkomensverlies en smartengeld.
In Nederland heeft u doorgaans vijf jaar de tijd om een letselschadeclaim in te dienen na een val. Het is echter verstandig om zo snel mogelijk te handelen om uw zaak sterker te maken.
Een letselschadeadvocaat verzamelt bewijzen, zoals medische rapporten, getuigenverklaringen en mogelijk camerabeelden, om te bewijzen dat uw rugpijn direct is veroorzaakt door de val en dat een andere partij hiervoor verantwoordelijk is.
Ja, u kunt een schadevergoeding claimen als de val veroorzaakt is door de nalatigheid van een andere partij, zoals een werkgever, bestuurder, of de eigenaar van een pand. Dit kan medische kosten, inkomensverlies en smartengeld omvatten.
Als u aanhoudende rugpijn heeft na een val, is het belangrijk om direct medische hulp te zoeken. Documenteer alle details van het ongeval en uw medische behandelingen, en overweeg juridische stappen door contact op te nemen met een letselschadeadvocaat.
Een verkeersongeval is een ongeval waarbij een of meer verkeersdeelnemers betrokken zijn. Een ongeval kan plaatsvinden tussen gemotoriseerd verkeer en ongemotoriseerd verkeer. Dat is meteen een belangrijke tweedeling binnen het verkeersrecht, omdat zogenoemde “zwakker verkeersdeelnemers”, waaronder voetgangers en fietsers, een extra mate van bescherming genieten.
Een eigenaar van een motorrijtuig is op basis van de Nederlandse wetgeving verplicht om zich tegen aansprakelijkheid te verzekeren middels een WAM-verzekering. Ook de ongemotoriseerde doet er overigens goed aan om zich middels een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP) tegen aansprakelijkheid te verzekeren. De verzekeraar speelt in het verkeersrecht een grote rol, als degene die in de meeste gevallen de schade van het slachtoffer vergoed.
Bij een verkeersongeval is de veroorzaker van het ongeval in de regel aansprakelijk. Wie heeft te gelden als de veroorzaker - of wie schadeplichtig is en in welke mate - dat wordt in de juridische praktijk vastgesteld aan de hand van de toepasselijke wet- en regelgeving. Bijzonder aan het verkeersrecht zijn de harde stelregels en bewijsvermoedens, die het slachtoffer kunnen helpen om een schadevergoeding af te dwingen.
Ja. Voor “zwakke verkeersdeelnemers” - denk aan voetgangers en fietsers - gelden de zogenoemde 50% en 100% regel (artikel 185 Wegenverkeerswet). De 100% regel geldt voor kinderen tot 14 jaar, en houdt in dat eigen schuld aan het voorval niet aan het kind wordt toegerekend. De 50%-regel geldt voor zwakke verkeersdeelnemers vanaf 14 jaar en ouder. Deze regel houdt in dat de eigenaar vaneen gemotoriseerd voertuig in ieder geval voor de helft van de schade aansprakelijk is, tenzij sprake is van opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid. Ben je dus als fietser of voetganger aangereden door een gemotoriseerd voertuig, dan is de kans groot dat jouw schade in ieder geval voor 50% voor vergoeding in aanmerking komt.
Als een ongeval plaatsvindt tussen “zwakke verkeersdeelnemers” - denk aan fietsers en voetvangers - dan kan degene die schuld heeft aan het ongeval worden aangesproken tot het vergoeden van de schade van de ander. De aangesprokene kan het slachtoffer vervolgens doorverwijzen naar diens aansprakelijkheidsverzekeraar die de schade met het slachtoffer verder afhandelt.
Het Waarborgfonds Motorverkeer is er voor slachtoffers die helaas niet terechtkunnen bij een verzekeraar. Dat is onder meer het geval als de veroorzaker van het ongeval is doorgereden, onverzekerd is of in een gestolen voertuig rijdt. Met het waarborgfonds sta je als slachtoffer gelukkig nooit met lege handen, althans voor zover het een ongeval betreft veroorzaakt met een motorvoertuig. Het waarborgfonds is voor de praktijk van groot belang voor letselschadeslachtoffers.
Mishandeling is het bewust verwondden of pijn doen van een ander. Als je door een ander (stelselmatig)gekleineerd, geïntimideerd of gepest wordt, dan kan er sprake zijn van geestelijke mishandeling. Mishandeling komt in tal van vormen. Denk aan huiselijk geweld, seksueel misbruik, psychische en lichamelijke mishandeling of kindermishandeling.
Ja. Mishandeling is in het strafrecht strafbaar gesteld met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete (artikel 300 Sr). Wanneer de mishandeling zwaar lichamelijk letsel tot gevolg heeft, dan kan de veroorzaker worden gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of een geldboete. Onze letselschadeadvocaten staan slachtoffers bij in het strafproces, en proberen de schade in ofwel het strafproces of daarbuiten op de veroorzaker te verhalen.
Op verschillende manieren kan je proberen om de dader verantwoordelijk houden voor jouw schade. Je kunt een civiele procedure starten, of je als slachtoffervoegen in het strafproces. Voorafgaande aan het strafproces is het wel van belang dat je aangifte doet. De officier van justitie beslist vervolgens of de veroorzaker voor zijn daad ook wordt berecht. Als de officier van justitie de zaak seponeer en de zaak dus niet ‘voorkomt’, dan ben je aangewezen op een civiele procedure.
Het is goed mogelijk dat je fysieke en psychische klachten overhoudt aan de mishandeling. In ernstiger gevallen kan het betekenen dat je niet meer instaat bent om te werken, en dat je daardoor schade lijdt. Andere veelvoorkomende (materiele) schadeposten zijn bijvoorbeeld medische kosten en huishoudelijke hulp. Je kunt bovendien aanspraak maken op de betaling van smartengeld.
Als het niet lukt om de schade op de veroorzaker te verhalen, omdat de dader geen geld heeft om te betalen, dan kan onder voorwaarden een financiële tegemoetkoming van het Schadefonds Geweldsmisdrijven worden aangevraagd. Onze letselschadeadvocaten kunnen helpen bij de aanvraag. In de praktijk is het schadefonds van groot belang, om te voorkomen dat slachtoffers met schade achterblijven. Een slachtoffer van mishandeling heeft al wel genoeg geleden, en verdient ten minste dat de schade wordt vergoed.
Het kan helaas voorkomen dat een medische behandeling anders loopt dan je had gehoopt. Soms is dan sprake van een medische fout. Denk aan de situatie dat het verkeerde been is behandeld, een foute diagnose is gesteld of wanneer verkeerde medicatie is voorgeschreven. In het geval van een medische complicatie spreek je doorgaans niet van een medische fout, omdat complicaties nu eenmaal kunnenvoorkomen. Dat kan echter weer anders zijn als de complicatie is te wijten aan onzorgvuldigheid of ondeskundigheid.
Het is vaak lastig om een medische fout vast te stellen. Als je vermoedt dat er een medische fout is gemaakt, dan is het allereerst van groot belang dat je schriftelijk bijhoudt hoe jouw gezondheidssituatie zich ontwikkelt voor het geval je op een later moment de zorgverlener aansprakelijk wil stellen. Ook is het raadzaam om jouw medisch dossier op te vragen. Verder kan je klachten over de zorg melden bij het Landelijk Meldpunt Zorg.
Bijeen medische fout kan de zorgverlener zelf of de medische instelling - zoals het ziekenhuis - worden aangesproken voor de schade. Een zorgverlener moet zich tijdens de medische ingreep houden aan allerlei regels, bijvoorbeeld omtrent de hygiëne tijdens de ingreep. Als kan worden aangetoond dat de zorgverlener dergelijke regels niet heeft nageleefd, dan kan de zorgverlener verantwoordelijk worden gehouden. Uit de wet volgt dat ook de medische instelling aansprakelijk is voor tekortkomingen van al haar zorgverleners.
Indien je de zorgverlener (of instelling) aansprakelijk wil stellen voor een medische fout, is het raadzaam om een medisch haalbaarheidsonderzoek te laten uitvoeren. Met een medisch haalbaarheidsonderzoek wordt de kans van slagen van jouwmogelijke vordering beoordeeld door een medisch expert. Indien het medisch haalbaarheidsonderzoek een gunstige uitkomst heeft, dan brengt dat een grote(re)kans op een schadevergoeding. De kosten van een medisch haalbaarheidsonderzoek worden doorgaans niet door de verzekeraar van de veroorzaker betaald. Je zal deze kosten dus eerst zelf moeten betalen, maar komt de aansprakelijkheid vastte staan dan vragen we ook deze kosten retour.
Als hoofdregel geldt dat de patiënt moet aantonen dat er sprake is van een medische fout, maar de patient wordt gelukkig door de wet en rechtspraak tegemoetgekomen:
- In de eerste plaats moet de hulpverlener informatie verstrekken. Dat noemt men ook wel de verzwaarde stelplicht. In de praktijk komt het erop neer dat de hulpverlener het medische dossier ter beschikking moet stellen en dat hoge eisen worden gesteld aan de betwisting. De zorgverlener kan niet simpelweg ontkennen dat de fout is gemaakt, maar de zorgverlener zal dat ook met bescheiden moeten onderbouwen;
- In de tweede plaats geldt dat wanneer het medisch dossier incompleet is, dat de zorgverlener daarvan het risico voor draagt. Denk aan de situatie waarin de zorgverlener zich op het standpunt stelt dat is gewaarschuwd voor risico’s, maar die waarschuwing niet terug is te lezen in het medisch dossier. Het is aan de zorgverlener om het medisch dossier op orde te hebben;
- In de derde plaats geldt dat een rechter de bewijslast kan omdraaien. In dat geval drukt de bewijslast niet langer op de patient, maar is het aan de zorgverlener om aan te tonen dat toch geen medische fout is gemaakt.
Welke status heeft een “dier” in het recht? Een dier wordt sinds 1 januari 2016 juridisch niet langer beschouwd als een (roerende) zaak (artikel 3:2a BW). Tegelijkertijd heeft de wetgever alle regels die voor zaken gelden van overeenkomstige toepassing verklaard, en heeft een dier in zoverre toch juridisch dezelfde status als een tas, fiets of picknicktafel. Zowel tamme als wilde dieren kunnenschade veroorzaken, en de vraag is dan of de schade kan worden afgewenteld.
Ongevallen met dieren komen regelmatig voor. Denk daarbij aan een hondenbeet of een ongelukkige trap door een paard. Om de schade te kunnen afwentelen, moet de schade zijn ontstaan door de gedraging van het dier.
De bezitter van een dier is aansprakelijk voor alle schade die ‘zijn’ dier veroorzaakt; het centrale artikel 6:179 BW legt een zogenoemde risicoaansprakelijkheid op de bezitter van een dier. In de meest gevallen is de bezitter van het dier ook de eigenaar, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. Tevens geldt dat medebezitters van een dier hoofdelijk aansprakelijk zijn (artikel 6:180 lid 1 BW) en dat ouders vervangend aansprakelijk zijn voor de dieren van hun kinderen (artikel 6:183 lid 2 BW).
De bezitter is niet in alle gevallen aansprakelijk voor de schade die zijn of haardier veroorzaakt. Denk bijvoorbeeld aan de situatie waarin een waakhond een hap neemt uit een inbreker. De bezitter is een dergelijk geval niet aansprakelijk, omdat hij ook niet bij controle over het aansprakelijk zou zijn geweest. De bezitter zou dan een beroep hebben kunnen doen op noodweer.
Denk aan een situatie waarbij je letsel oploopt door een overstekend hert of een beet door een krokodil. We komen in de praktijk nogal wat tegen. In een dergelijk geval wordt het lastig om de schade te verhalen, omdat voor het wilde dier geen bezitter is aan te wijzen. Het bezitsvereiste staat er dan aan in de weg om de schade af te wentelen.
Een opstal is een gebouw of werk dat ‘duurzaam met de grond verenigd is’ (artikel6:174 BW). Ook bestanddelen van een gebouw of werk vallen daaronder. Denk aaneen woning, een schuur, een schutting, maar ook aan een lift en een dakgoot. Verplaatsbare en tijdelijke constructies vallen niet onder het begrip “opstal”. In zoverre is een zaak al snel een opstal, voor zover het maar de bedoeling is dat de zaak langdurig ter plaatse blijft.
Een opstal is gebrekkig wanneer het niet voldoet aan de eisen die daaraan in de gegeven omstandigheden mogen worden gesteld. Op de bezitter van een gebrekkige opstal rust een risicoaansprakelijkheid, hetgeen betekent dat de vraag of iemand blaam treft in beginsel niet aan de orde komt. Je bent als bezitter simpelweg aansprakelijk.
Denk aan een dakpan die van een huis waait. Omdat een dakpan normaal gesproken niet van een dak hoort te waaien, geldt het huis daarmee als een gebrekkige opstal. Denk ook aan een schutting die omvalt. Dat hoort ook niet te kunnen gebeuren, en de bezitter is dan ook aansprakelijk als daar (letsel)schade uit voortkomt. Andere voorbeelden van opstallen zijn een brandtrap, lift, riool, zwembad, muur, putdeksel enzovoorts; alles wat duurzaam met de grond verenigd is of geldt als een bestanddeel van al hetgeen duurzaam met de grond verenigd is.
De bezitter van de opstal kan aansprakelijk worden gesteld bij het ontstaan van de schade die jij door de gebrekkige opstal hebt opgelopen. De “bezitter” is volgens de wet diegene die de opstal voor zichzelf houdt, of is in beginsel degene die in de openbare registers als eigenaar van de opstal is ingeschreven (artikel 3:107 BW). Het is aan de bezitter van de opstal om het slachtoffer of de gedupeerde te voorzien van de verzekeringsgegevens van diens aansprakelijkheidsverzekeraar. De (letsel)schade die jij door het verwezenlijkte gebrek hebt geleden kan vervolgens op de veroorzaker of diens verzekeraar worden verhaald. Overigens is de bezitter van een opstal is niet aansprakelijk als alle nodige maatregelen zijn genomen om de gevaarlijke toestand te beëindigen of voorkomen.
Ook de openbare weg is een opstal in de zin van de wet. Loop je letsel en schade op door een gebrek aan de weg, bijvoorbeeld omdat je struikelt over een los liggende stoeptegel - dat komt nu eenmaal vaak voor - dan kan de wegbeheerder daarvoor in beginsel aansprakelijk worden gehouden. Immers, op de bezitter van een gebrekkige opstal rust een risicoaansprakelijkheid. De overheid moet er simpelweg voor zorgen dat de weg in goede staat verkeert. De Nederlandse wegbeheerders zijn Rijkswaterstaat, provincies, waterschappen en gemeenten. Je moet dus wel even weten bij welk loket je moet zijn.
Een beroepsziekte is aan de orde wanneer een ziekte het gevolg is van “een belasting die in hoofdzaak het gevolg is van het werk of de werkomstandigheden” (artikel 1.11 Arboregeling). De ziekte moet met andere woorden in verband staan met onveilige of ongezonde werkomstandigheden.
Denk dan aan ziektes die het gevolg zijn van het werken met gevaarlijke stoffen zoals asbest, Chroom-6 of oplosmiddelen, maar ook voortdurende zware lichamelijke of geestelijke belasting kunnen gezondheidsklachten veroorzaken en daarmee gelden als beroepsziekte(n). Verder kan je denken aan de burn-out als gevolg van overmatige werkbelasting, nek-, rug-, heup- en knieklachten of een luchtwegenaandoening als gevolg van Covid-19.
Jouw werkgever kan aansprakelijk worden gesteld voor het ontstaan van de schade die jij door de beroepsziekte hebt opgelopen (artikel 7:658 BW). Aan de werkgever wordt dan het verwijt gemaakt dat hij niet aan zijn zorgplicht heeft voldaan; de werkgever moet volgens de wet zorgen voor een veilige werkomgeving. Op de werknemer rust de bewijslast om aan te tonen dat de (gezondheids)schade is ontstaan in de uitoefening van de werkzaamheden. Deze bewijslast zorgt bij een bedrijfsongeval niet snel voor problemen, omdat vaak gelijk duidelijk is dat de schade op de werkvloer is ontstaan.
Bij een beroepsziekte die pas later aan het licht komt, kan het moeilijker zijn om aan te tonen dat de (gezondheids)schade tijdens de werkzaamheden is ontstaan. Dat komt omdat een beroepsziekte soms meerdere oorzaken kan hebben. De verhouding tot de privésituaties kan van betekenis zijn, bijvoorbeeld omdat niet duidelijk is of de ziekte het gevolg is van het werk, dan wel het gevolg is van buiten het werk gelegen factoren. Denk aan RSI-klachten (muisarm), die kunnen zijn ontstaan door langdurig beeldschermwerk op de werkplek dan wel het in de avonduren notuleren voor de plaatselijke tennisvereniging. De ‘arbeidsrechtelijke’ omkeringsregel en het leerstuk van de proportionele aansprakelijkheid kunnen in deze situaties soms uitkomst bieden voor de werknemer.
Als je als werknemer niet meer of in mindere mate kan werken dan ga je doorgaans eerst naar de bedrijfsarts. De bedrijfsarts zal dan de oorzaak van de ziekte vaststellen. Als de bedrijfsarts een beroepsziekte vaststelt, dan is hij of zij verplicht om de beroepsziekte te melden aan het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (artikel 9 lid 3 arbeidsomstandighedenwet en artikel 1.11 lid 1-3 arbeidsomstandighedenregeling). Ben je het niet eens met de bedrijfsarts? Dan kan je een second opinion of een deskundigenoordeel aanvragen bij het UWV. Ook jouw werkgever kan dat doen. Als je niet langer voor de betreffende werkgever werkzaam bent, dan kan een medisch haalbaarheidsonderzoek uitsluitsel geven.
Het is goed mogelijk dat je door de beroepsziekte die je hebt opgelopen arbeidsongeschikt bent geraakt. In dat geval is het mogelijk om aanspraak te maken op het loon dat je misloopt omdat je niet meer kunt werken. In veel zal jouw werkgever, gedurende de eerste twee ziektejaren, (een percentage van) het loon doorbetalen. Als dit niet of slechts beperkt het geval is, dan zal het verlies aan verdienvermogen op de betreffende aansprakelijkheidsverzekeraar van de werkgever worden verhaald. Uiteraard zijn er nog veel meer schadeposten denkbaar. Denk aan medische kosten, huishoudelijke hulp en reis- en parkeerkosten.
Een bedrijfsongeval is een ongeluk dat zich voordoet in verband met de arbeidswerkzaamheden, waarbij de werknemer letsel oploopt of zelfs overlijdt. Denk aan de werknemer die struikelt over losliggende materialen, de werknemer die met zijn hand klem blijft zitten in een machine en de werknemer die van een ladder valt. Omdat een persoon gedurende zijn leven in de regel veel tijd doorbrengtop de ‘werkvloer’, zijn bedrijfsongevallen helaas veelvoorkomend.
De werkgever moet zorgen voor een veilige werkomgeving (artikel 7:658 BW). Op de werkgever rust in dat verband een zorgplicht en die zorgplicht is bijzonder verstrekkend. Op de werknemer rust slechts de gehoudenheid om aan te tonen dat de schade is ontstaan in de uitoefening van de werkzaamheden. Het is vervolgens aan de werkgever om aan te tonen dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan. De lat voorde werkgever ligt hoog, waardoor het werkgevers vaak niet lukt om onder de aansprakelijkheid uit te komen.
Met name in verband met bedrijfsongevallen speelt het verlies aan arbeidsvermogen een rol. In de meeste gevallen zal de werkgever de eerste twee jaren het loon of een percentage daarvan doorbetalen en blijft de(ze) schade beperkt, maar voor zover je toch inkomsten mist of wanneer twee jaren zijn verstreken levert het financiële gemis schade op. Die schade kan je vervolgens verhalen op de werkgever. Behalve het verlies aan arbeidsvermogen zijn nog talloze andere schadeposten denkbaar. Op een aparte pagina elders op deze website vind je meer informatie over de verschillende schadeposten.
Ook als je geen arbeidsovereenkomst hebt met degene voor wie de werkzaamheden werden verricht (lees: als je werknemer bent), heb je onder omstandigheden toch recht op een vergoeding van de betreffende ‘werkgever’. De zorgplicht geldt op grond van de wet ook voor de freelancer, uitzendkracht, vrijwilliger of ander “ingeleend personeel”. De (schakel)bepaling van artikel 7:658 lid 2 BW is belangrijk en wordt steeds belangrijker met het flexibeler worden van de arbeidsverhoudingen.
Dat is een hele moeilijk vraag, waar helaas geen simpel antwoord op te geven is. De vraag welke schadevergoeding je als slachtoffer kan vorderen hangt samen met oneindig veel (persoonlijke) omstandigheden en verschilt van geval tot geval. Om toch een idee te geven van bedragen is elders op deze webpagina aandacht besteed aan de verschillende (materiële) schadeposten en ook vind je elders op deze webpagina meer informatie over het smartengeld waar een slachtoffer rechtop heeft. De optelsom van de materiële schade en het smartengeld vormen jouwschadevergoeding.
Voor onze letselschadeadvocaten is de (juridische) actualiteit van groot belang. Wat gisteren gold hoeft vandaag niet meer te gelden en andersom. De regelgeving is constant in beweging, en de rechtspraak staat ook nooit stil. Onze advocaten doen er alles aan om op de hoogte te zijn van de laatste ontwikkelingen, juist om de kennis en daarmee de kwaliteit van onze dienstverlening optimaal en ‘up to date’ te houden.
Gedurende de werkweek zijn we druk doende met het behartigen van de belangen van onze cliënten, maar tussen de bedrijven door houden we met artikelen op onze website onze cliënten ook graag op de hoogte van de laatste relevante ontwikkelingen. Het streven is om ten minste eenmaal per week een nieuw artikel te plaatsen.
Onze letselschadeadvocaten zijn verplicht om jaarlijks punten te halen in het kader van de verplichte Permanente Opleiding. Daarnaast wonen onze letselschadeadvocaten congressen bij en verdiepen onze advocaten zich wekelijks in de meest recente rechtspraak. Voor de actualiteiten is de website van Letselschade.nu een handig middel om op de hoogte te blijven.
We werken in de praktijk samen met mensen die we goed kennen en waar we een vertrouwensband mee hebben opgebouwd. We werken met andere woorden met vaste arbeidsdeskundigen en rekenkundigen die ons helpen om jouw letselschadezaak tot een goed einde te brengen. We werken ook samen met de brancheorganisatie Letselschade.nu om te voorzien in actuele artikelen.
Natuurlijk. Je bent als slachtoffer of anderszins geïnteresseerde altijd van harte welkom om eens op kantoor langs te komen voor een kop koffie (of thee). Op onze mooie (hoofd)vestiging in Amsterdam aan het staat de deur altijd open. Ook omdat we het leuk vinden om over onze passie (lees: het letselschadevak) te vertellen.
In de letselschadebranche zijn opvallend veel belangenbehartigers actief. Zie daar over ook een artikel elders op deze website. Zoals dat geldt in elke branche heb je goeie belangenbehartigers en minder goeie. Dat geldt echter in het bijzonder in het letselschadevak, omdat in principe iedereen zich mag opwerpen als belangenbehartiger; het is nu eenmaal geen beschermde titel, zoals de titel "advocaat" dat overigens wel is. Of jouw belangenbehartiger de kwaliteit levert die nodig is om de zaak tot een goed einde te brengen en capabel is om het onderste uit de kan te halen, is in zijn algemeenheid niet te zeggen. We beoordelen jouw dossier graag tegen een vooraf overeengekomen advies, en nemen we de zaak vervolgens aan dan is de second opinion met terugwerkende kracht gratis.
Het zal voor een slachtoffer moeilijk zijn om slechte juridische dienstverlening te herkennen. Een slachtoffer is doorgaans juridisch immers niet onderlegd. Een slachtoffer zal daarentegen vaak wel in staat zijn om te beoordelen of zijn belangenbehartiger invoelend is, afspraken nakomt en het tempo in de letselschadezaak bewaakt. Als dat niet in de haak is, dan is dat vaak een goede indicatie dat ook de juridische kwaliteit te wensen over laat.
Als jouw huidige belangenbehartiger goed werk levert, dan zullen we dat eerlijkzeggen. Het gaat ons erom dat jouw letselschadezaak in goede handen is; niet meer en niet minder. Als er geen reden is om over te stappen, dan doe je dat maar beter niet. Onze letselschadeadvocaten verstaan het vak, maar we zullen niet pretenderen dat we de enige zijn die jouw letselschadevak tot een goedeinde kunnen brengen.
Nee. Als aan onze letselschadeadvocaten is gevraagd om een lopende zaak te beoordelen, dan maken onze advocaten (opnieuw) een inschatting van jouw juridische kansen. Het kan zijn dat we de zaak niet aannemen omdat we teveel juridische beren op de weg zien of als blijkt dat onze voorganger al (te)veel aan honorarium in rekening heeft gebracht. De verzekeraar bewaakt zijn portemonnee goed, en is doorgaans niet bereid om nogmaals te betalen als een eerdere belangenbehartiger- ondanks slecht werk - al aanzienlijk voor diens werkzaamheden is beloond. In alle gevallen waarin we besluiten om de zaak niet aan te nemen, is en blijft de vooraf overeengekomen prijs voor de beoordeling van het dossier verschuldigd.
Als jij hebt besloten dat je wil overstappen en wij op onze beurt hebben besloten om de zaak aan te nemen, dan nemen onze letselschadeadvocaten het verder van je over. De overstap regelen wij, door het volledige (proces)dossier op te vragen bij de voormalige belangenbehartiger en door ons aan de verzekeraar te presenteren als jouw nieuwe belangenbehartiger. Vanaf dat moment staan wij samen aan dezelfde kant en strijden we samen voor een zo hoog mogelijke en ‘faire’ schadevergoeding.
De Gedragscode Behandeling Letselschade van de Letselschade Raad voorziet in een handjevoltermijnen voor de behandeling van letselschadezaken. Alle verzekeraars die zijn aangesloten bij het Verbond van Verzekeraars zijn aan deze termijnen in beginsel gebonden. Op grond van Gedragsregel 2 moet de ontvangst van een aansprakelijkstelling binnen twee weken door de verzekeraar worden bevestigd. Op grond van Gedragsregel4 geldt dat de verzekeraar binnen drie maanden een standpunt moet innemen ten aanzien van de aansprakelijkheid. Tot slot voorziet Gedragsregel 7 in het voorschrift dat de vergoeding binnen veertien dagen na de erkenning of definitieve vaststelling van de schade moet worden uitgekeerd. In de praktijkhouden verzekeraars zich niet altijd aan deze termijnvoorschriften, maar omdat deze bindend zijn spreken we de verzekeraar erop aan als de termijnen worden overschreden.
De Letselschade Raad heeft voor letselschadezaken regels opgesteld waaraan (ook)de verzekeraar van de veroorzaker zich in beginsel moet houden. Nadat wij onze aansprakelijkstelling aan de verzekeraar hebben verzonden, geldt op grond van Gedragsregel 7 van de Gedragscode Behandeling Letselschade dat een verzekeraar binnen drie maanden een “onderbouwd standpunt” moet innemen ten aanzien van de aansprakelijkheid.
Een rechtszaak kan helaas lang duren, maar is soms de enige route om vooruit te komen; bijvoorbeeld omdat de verzekeraar van de veroorzaker de aansprakelijkheid betwist. Een reguliere “bodemprocedure” neemt al snel anderhalf jaar in beslag. Voor letselschadezaken is er echter de voorziening van de deelgeschilprocedure. In een artikel elders op deze website hebben we aan die rechtsvoorziening aandacht besteed. Het streven van de rechtbanken is om een deelgeschilprocedure al binnen drie maanden tot een einde te brengen. In spoedeisende gevallen kennen we ook nog het kortgeding met een doorlooptijd van ongeveer vier tot acht weken.
Het (flauwe) antwoord is helaas dat daar op voorhand weinig over te zeggen is. Alles hangt samen met de concrete omstandigheden van het geval. We kunnen slechts vanuit onze ervaring meegeven dat het ons doorgaans lukt om een letselschadezaak met beperkt letsel en betrekkelijke schade binnen elf maanden tot een einde te brengen. We houden de verzekeraar strikt aan de termijnen die zijn voorgeschreven in de Gedragscode Behandeling Letselschade van de Letselschade Raad, en we zullen zelf in ieder geval geen aandeel hebben in enige vertraging. We proberen de zaak zo spoedig mogelijk af te ronden, maar met name als schade nog moet uitkristalliseren of als een medische eindtoestand nog niet kan komen vast te staan, is het eerlijke antwoord dat een letselschadezaak jaren kan duren.
De eerste vraag die slachtoffers veelal stellen ziet op de hoogte van de schadevergoeding. De tweede vraag die slachtoffers stellen is de vraag wanneer de vergoeding wordt uitgekeerd. Hoewel het beide hele logische vragen zijn, is op de beide vragen geen gemakkelijk antwoord te geven. Alles hangt af van de concrete omstandigheden van het geval. Ingeval van licht letsel met een beperkte schade, zal het sneller tot een afwikkeling komen dan bij uitzonderlijk zwaar letsel met levenslange fysieke gevolgen. Al was het maar omdat er voor de verzekeraar dan ook meer op het spel staat. In de regel proberen wij met onze beproefde werkwijze binnen elf maanden een dossier af te wikkelen, maar dat lukt niet altijd. Wij kunnen slechts garanderen dat het aan ons niet zal liggen. Bovendien zullen we in de meeste gevallen vragen om een voorschotbetaling door de verzekeraar.
De term “letsel” speelt een grote rol in het letselschaderecht. Volgens de VanDale betekent de term ook wel: “verwonding” en dat dekt de lading ook. Het letselschaderecht gaat altijd over schade die het gevolg is van een verwonding aan het lijf toegebracht door een ander. Dat kan dan gaan om fysieke verwondingen maar ook geestelijk letsel (burn-out, stresssyndroom of ander mentaal letsel) valt eronder. Vervolgens proberen we alle schade als gevolg van het letsel op de veroorzaker te verhalen. Dat is wat we doen.
Naast de term “letsel” is ook de term “schade” een belangrijk begrip in de letselschadepraktijk. Deze term lijkt misschien voor zichzelf te spreken, maar over de vraag wat schade inhoudt zijn boekenplanken volgeschreven, en in de wet is aan het begrip een hele afdeling gewijd (afd. 6.1.10 BW). Het uitgangspunt is dat het slachtoffer zoveel mogelijk moet worden gebracht in de toestand van voor het ongeluk; de situatie met het letsel wordt dan vergeleken met de situatie zoals die was geweest als het letsel niet was ontstaan. Alle(financiële) verschillen moeten als worden gecompenseerd. Dat is jouw (materiële) schade, en daar bovenop heb je recht op smartengeld.
In het letselschaderecht moet je een ander (de veroorzaker) verantwoordelijk kunnen houden om je eigen schade te kunnen verhalen. Soms is het eenvoudig om vast te stellen wie juridisch verantwoordelijk is. Zo gelden met name in het verkeersrecht harde stelregels en gelden voor het overige veelal bewijsvermoedens waar eenslachtoffer een beroep op kan doen. Soms is het echter bijzonder ingewikkeld om de aansprakelijkheid van de ander vast te stellen. In die gevallen moet een rechter eraan te pas komen om een oordeel te geven omtrent de aansprakelijkheid. Met onze ervaring kunnen wij meestal al meteen bij het eerste contact een inschatting geven over wie juridisch verantwoordelijk is.
Je hebt niet eindeloos de tijd om de veroorzaker van de schade aan te spreken. Jouw vordering is maar een beperkte tijd in rechte afdwingbaar, en tweeverjaringstermijnen zijn dan van belang. In de eerste plaats geldt voorverkeersongelukken waarbij een motorvoertuig betrokken is, een termijn van(slechts) drie jaar (artikel 10 WAM). Binnen die termijn heb je een rechtstreekse vordering op de verzekeraar. De algemene verjaringstermijn voor het vorderen van schadevergoeding bedraagt vijf jaren (artikel 3:310 BW). Deze algemene termijn geldt voor alle andere situaties.
Dat is een hele moeilijk vraag, waar helaas geen simpel antwoord op te geven is. De vraag welke schadevergoeding je als slachtoffer kan vorderen hangt samen met oneindig veel persoonlijke omstandigheden, de aard van het ongeval en de mate waarin aan de veroorzaker een juridisch verwijt kan worden gemaakt. Om toch eenidee te geven van bedragen is elders op deze webpagina aandacht besteed aan de verschillende (materiële)schadeposten en ook vind je elders op deze webpagina meer informatie over het smartengeld waar een slachtoffer recht op heeft. De optelsom van de materiële schade en het smartengeld vormen jouw schadevergoeding.
Meteen bovenaan deze pagina lees je dat Van Diepen Letselschade onderdeel is van “een groot en gerenommeerd advocatenkantoor”. Eke Tinga, Ashley Geerts en Michaël Dol zijn als advocaten werkzaam voor het advocatenkantoor Van Diepen Van der Kroef; een groot advocatenkantoor met ongeveer 70 advocaten op vier vestigingen. Omdat de website van het grotere kantoor niet altijd even toegankelijk is voor slachtoffers, is deze aparte website in het leven geroepen om slachtoffers te informeren.
Onze letselschadeadvocaten zijn Eke Tinga, Ashley Geerts en Michaël Dol. Op het kantoor Van Diepen Van der Kroef vormen zij gedrieën de Sectie Aansprakelijkheidsrecht. Binnen die Sectie worden alle zaken behandeld die te maken hebben met schade en schadevergoeding, en in het bijzonder vormt het letselschaderecht onderdeel van die praktijk. Omdat onze advocaten onderdeel zijn van een groot en gerenommeerd kantoor, hebben zij zich in het letselschaderecht kunnen specialiseren, en als andere specialismennodig zijn dan is ook dat voorhanden.
Jouw letselschadezaak is bij ons in goede en bekwame handen. Behalve dat onze letselschadeadvocaten invoelend zijn en oog hebben voor het menselijke aspect, kennen zij het letselschaderecht als geen ander. Bovendien hebben onze drie letselschadeadvocaten ruim 65 andere collega’s met andere juridische specialismen, die betrokken kunnen worden als de zaak daarom vraagt. Ga in ieder geval niet in zee met zelfbenoemde “letselschade-expert” en vergeet andere advocatenkantoren, want wat wij bieden is uniek (en gratis).
Van Diepen Letselschade is onderdeel van het advocatenkantoor Van Diepen Van der Kroef. Ons advocatenkantoor heeft vier vestigingen in Alkmaar, Hoorn, Utrecht en Amsterdam. Ons kantoor is ruim veertig jaar geleden in Amsterdam begonnen, en dat is ook waar onze letselschadeadvocaten op dagelijkse basis werken. Ben je op zoek naar een letselschadeadvocaat in Amsterdam, dan staan we jou graag bij. Overigens hoef je zelf helemaal niet in Amsterdam te wonen, want we verlenen onze diensten door het hele land.
Een letselschadeadvocaat helpt bij het verzamelen van bewijs, het indienen van een schadeclaim en het onderhandelen met verzekeraars of het Schadefonds Geweldsmisdrijven om ervoor te zorgen dat u een eerlijke vergoeding krijgt.
Als de dader niet in staat is om de schadevergoeding te betalen, kunt u een aanvraag indienen bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven voor een financiële tegemoetkoming.
Smartengeld is een vergoeding voor immateriële schade, zoals emotioneel en psychisch leed. Het wordt toegekend om het trauma, de angst en andere mentale gevolgen van huiselijk geweld te compenseren.
Ja, als slachtoffer van huiselijk geweld kunt u schadevergoeding claimen voor zowel de fysieke als emotionele schade die u heeft geleden. Dit kan onder andere medische kosten, inkomensverlies en smartengeld omvatten.
U kunt schadevergoeding claimen voor zowel materiële schade, zoals medische kosten en inkomensverlies, als immateriële schade (smartengeld) voor de pijn en het leed dat u door het ongeval heeft ervaren.
U kunt medische rapporten en verklaringen van specialisten gebruiken om aan te tonen dat uw letsel of klachten zijn verergerd door het ongeval.
Nee, volgens de 'eierdopregel' is de veroorzaker van het ongeval volledig aansprakelijk voor de schade, ook als uw bestaande conditie het letsel heeft verergerd.
Predispositie verwijst naar een reeds bestaande medische conditie die iemand kwetsbaarder maakt voor letsel of verergering van klachten na een ongeval.
Als de breuk is veroorzaakt door de schuld van een ander, kunt u mogelijk een schadevergoeding claimen voor medische kosten, inkomensverlies en smartengeld. Een letselschadeadvocaat kan u hierbij helpen.
De hersteltijd kan variëren van enkele weken tot enkele maanden, afhankelijk van de ernst van de breuk en de gekozen behandeling. Fysiotherapie is vaak nodig om de mobiliteit te herstellen.
De behandeling varieert van immobilisatie met een brace tot operaties om de gebroken botstukken weer op hun plaats te krijgen. Revalidatie is vaak nodig om volledig te herstellen.
Een gebroken knieschijf gaat gepaard met hevige pijn, zwelling, bewegingsbeperking en mogelijk een misvormde knie. Een röntgenfoto is nodig om de diagnose te bevestigen.
Documenteer uw inkomensverlies zorgvuldig met loonstroken, belastingaangiften en medische rapporten. Raadpleeg een letselschadeadvocaat om de aansprakelijkheid vast te stellen en de schadevergoeding te claimen waar u recht op heeft.
Als u door de schuld van een ander letsel heeft opgelopen dat leidt tot inkomensverlies, kunt u recht hebben op schadevergoeding. U moet kunnen aantonen dat het verlies direct verband houdt met het ongeval.
De berekening van gederfde inkomsten houdt rekening met het inkomen dat u vóór het ongeval verdiende, uw toekomstige inkomensverwachtingen, en eventuele uitkeringen of vergoedingen die u ontvangt.
Gederfde inkomsten verwijzen naar het verlies van inkomen dat optreedt wanneer iemand door een ongeval of letsel niet in staat is om te werken, of slechts beperkt kan werken.
U kunt bewijzen verzamelen door bijvoorbeeld communicatie met de dader te bewaren (zoals e-mails of berichten), getuigenverklaringen te verzamelen, en medische rapporten van psychische hulpverleners te gebruiken die de gevolgen van de mishandeling vaststellen.
Als u slachtoffer bent, is het belangrijk om erover te praten met iemand die u vertrouwt en hulp te zoeken bij een professional. Daarnaast kunt u juridisch advies inwinnen om te onderzoeken of u juridische stappen kunt ondernemen tegen de dader.
Ja, als u door geestelijke mishandeling psychische schade heeft opgelopen, zoals PTSS, kunt u mogelijk een schadevergoeding claimen voor medische kosten, inkomensverlies en emotioneel leed.
Geestelijke mishandeling op zich is niet altijd expliciet strafbaar, maar gedrag dat erbij hoort, zoals bedreiging, stalking of dwang, kan wel strafbaar zijn. In dergelijke gevallen kan de dader worden vervolgd op basis van strafrechtelijke bepalingen.
Geestelijke mishandeling omvat gedrag zoals manipulatie, constante kritiek, vernedering, sociale isolatie, gaslighting en emotionele controle. Het kan ernstige psychologische schade veroorzaken, zoals angst, depressie en posttraumatische stressstoornis (PTSS).
Zoek direct medische hulp, documenteer de schade en raadpleeg een letselschadeadvocaat om te bespreken hoe u een schadeclaim kunt indienen.
Ja, naast vergoeding voor medische kosten kunt u ook smartengeld claimen voor de fysieke en emotionele schade die u door de mislukte behandeling heeft opgelopen.
U kunt dit bewijzen door medische rapporten, foto’s van de schade en getuigenverklaringen te verzamelen, evenals documentatie van de behandeling en communicatie met de behandelaar.
Als een laserbehandeling is mislukt door nalatigheid van de behandelaar, kunt u recht hebben op schadevergoeding voor medische kosten, inkomensverlies en emotioneel leed.
Ja, naast vergoeding voor fysieke schade kunt u ook smartengeld claimen voor de emotionele en psychologische gevolgen van een honden- of paardenbeet, zoals angst en trauma.
Zoek onmiddellijk medische hulp, documenteer de wond en het incident, en raadpleeg een letselschadeadvocaat om uw rechten en mogelijkheden te bespreken.
Ja, net als bij een hondenbeet is de eigenaar van het paard aansprakelijk voor de schade die het dier veroorzaakt. U kunt schadevergoeding claimen voor medische kosten, inkomensverlies en emotioneel leed.
De eigenaar van de hond is vrijwel altijd aansprakelijk voor de schade die door het dier wordt veroorzaakt, ongeacht of de beet werd uitgelokt of niet.
Zoek direct medische hulp, meld het ongeval bij de politie, en verzamel contactgegevens van getuigen. Een letselschadeadvocaat kan u helpen om schadevergoeding te claimen voor uw letsel en materiële schade.
De WA-verzekering van de automobilist dekt vaak de schade. Als u zelf aansprakelijk bent, kan uw eigen aansprakelijkheidsverzekering een deel van de kosten dekken.
Verzamel bewijsmateriaal van het ongeval, raadpleeg een arts en neem contact op met een letselschadeadvocaat om uw rechten te beschermen en mogelijk een schadevergoeding te claimen.
Ja, u kunt een schadevergoeding claimen voor medische kosten, inkomensverlies en smartengeld als u spierpijn of ander letsel heeft opgelopen door de schuld van een andere bestuurder.
U heeft doorgaans vijf jaar om een schadeclaim in te dienen in Nederland, maar het is verstandig om zo snel mogelijk juridische stappen te ondernemen om uw kansen op succes te vergroten.
U kunt dit aantonen door medische rapporten, getuigenverklaringen en eventueel bewijsmateriaal van het ongeval. Deze gegevens kunnen helpen om het verband tussen het ongeluk en uw letsel te onderbouwen.
Ja, als uw gekneusde ribben het gevolg zijn van een val veroorzaakt door nalatigheid van een ander, kunt u mogelijk een schadeclaim indienen voor medische kosten, inkomensverlies en smartengeld.
In Nederland heeft u doorgaans vijf jaar de tijd om een letselschadeclaim in te dienen na een val. Het is echter verstandig om zo snel mogelijk te handelen om uw zaak sterker te maken.
Een letselschadeadvocaat verzamelt bewijzen, zoals medische rapporten, getuigenverklaringen en mogelijk camerabeelden, om te bewijzen dat uw rugpijn direct is veroorzaakt door de val en dat een andere partij hiervoor verantwoordelijk is.
Ja, u kunt een schadevergoeding claimen als de val veroorzaakt is door de nalatigheid van een andere partij, zoals een werkgever, bestuurder, of de eigenaar van een pand. Dit kan medische kosten, inkomensverlies en smartengeld omvatten.
Als u aanhoudende rugpijn heeft na een val, is het belangrijk om direct medische hulp te zoeken. Documenteer alle details van het ongeval en uw medische behandelingen, en overweeg juridische stappen door contact op te nemen met een letselschadeadvocaat.
Een verkeersongeval is een ongeval waarbij een of meer verkeersdeelnemers betrokken zijn. Een ongeval kan plaatsvinden tussen gemotoriseerd verkeer en ongemotoriseerd verkeer. Dat is meteen een belangrijke tweedeling binnen het verkeersrecht, omdat zogenoemde “zwakker verkeersdeelnemers”, waaronder voetgangers en fietsers, een extra mate van bescherming genieten.
Een eigenaar van een motorrijtuig is op basis van de Nederlandse wetgeving verplicht om zich tegen aansprakelijkheid te verzekeren middels een WAM-verzekering. Ook de ongemotoriseerde doet er overigens goed aan om zich middels een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP) tegen aansprakelijkheid te verzekeren. De verzekeraar speelt in het verkeersrecht een grote rol, als degene die in de meeste gevallen de schade van het slachtoffer vergoed.
Bij een verkeersongeval is de veroorzaker van het ongeval in de regel aansprakelijk. Wie heeft te gelden als de veroorzaker - of wie schadeplichtig is en in welke mate - dat wordt in de juridische praktijk vastgesteld aan de hand van de toepasselijke wet- en regelgeving. Bijzonder aan het verkeersrecht zijn de harde stelregels en bewijsvermoedens, die het slachtoffer kunnen helpen om een schadevergoeding af te dwingen.
Ja. Voor “zwakke verkeersdeelnemers” - denk aan voetgangers en fietsers - gelden de zogenoemde 50% en 100% regel (artikel 185 Wegenverkeerswet). De 100% regel geldt voor kinderen tot 14 jaar, en houdt in dat eigen schuld aan het voorval niet aan het kind wordt toegerekend. De 50%-regel geldt voor zwakke verkeersdeelnemers vanaf 14 jaar en ouder. Deze regel houdt in dat de eigenaar vaneen gemotoriseerd voertuig in ieder geval voor de helft van de schade aansprakelijk is, tenzij sprake is van opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid. Ben je dus als fietser of voetganger aangereden door een gemotoriseerd voertuig, dan is de kans groot dat jouw schade in ieder geval voor 50% voor vergoeding in aanmerking komt.
Als een ongeval plaatsvindt tussen “zwakke verkeersdeelnemers” - denk aan fietsers en voetvangers - dan kan degene die schuld heeft aan het ongeval worden aangesproken tot het vergoeden van de schade van de ander. De aangesprokene kan het slachtoffer vervolgens doorverwijzen naar diens aansprakelijkheidsverzekeraar die de schade met het slachtoffer verder afhandelt.
Het Waarborgfonds Motorverkeer is er voor slachtoffers die helaas niet terechtkunnen bij een verzekeraar. Dat is onder meer het geval als de veroorzaker van het ongeval is doorgereden, onverzekerd is of in een gestolen voertuig rijdt. Met het waarborgfonds sta je als slachtoffer gelukkig nooit met lege handen, althans voor zover het een ongeval betreft veroorzaakt met een motorvoertuig. Het waarborgfonds is voor de praktijk van groot belang voor letselschadeslachtoffers.
Mishandeling is het bewust verwondden of pijn doen van een ander. Als je door een ander (stelselmatig)gekleineerd, geïntimideerd of gepest wordt, dan kan er sprake zijn van geestelijke mishandeling. Mishandeling komt in tal van vormen. Denk aan huiselijk geweld, seksueel misbruik, psychische en lichamelijke mishandeling of kindermishandeling.
Ja. Mishandeling is in het strafrecht strafbaar gesteld met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete (artikel 300 Sr). Wanneer de mishandeling zwaar lichamelijk letsel tot gevolg heeft, dan kan de veroorzaker worden gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of een geldboete. Onze letselschadeadvocaten staan slachtoffers bij in het strafproces, en proberen de schade in ofwel het strafproces of daarbuiten op de veroorzaker te verhalen.
Op verschillende manieren kan je proberen om de dader verantwoordelijk houden voor jouw schade. Je kunt een civiele procedure starten, of je als slachtoffervoegen in het strafproces. Voorafgaande aan het strafproces is het wel van belang dat je aangifte doet. De officier van justitie beslist vervolgens of de veroorzaker voor zijn daad ook wordt berecht. Als de officier van justitie de zaak seponeer en de zaak dus niet ‘voorkomt’, dan ben je aangewezen op een civiele procedure.
Het is goed mogelijk dat je fysieke en psychische klachten overhoudt aan de mishandeling. In ernstiger gevallen kan het betekenen dat je niet meer instaat bent om te werken, en dat je daardoor schade lijdt. Andere veelvoorkomende (materiele) schadeposten zijn bijvoorbeeld medische kosten en huishoudelijke hulp. Je kunt bovendien aanspraak maken op de betaling van smartengeld.
Als het niet lukt om de schade op de veroorzaker te verhalen, omdat de dader geen geld heeft om te betalen, dan kan onder voorwaarden een financiële tegemoetkoming van het Schadefonds Geweldsmisdrijven worden aangevraagd. Onze letselschadeadvocaten kunnen helpen bij de aanvraag. In de praktijk is het schadefonds van groot belang, om te voorkomen dat slachtoffers met schade achterblijven. Een slachtoffer van mishandeling heeft al wel genoeg geleden, en verdient ten minste dat de schade wordt vergoed.
Het kan helaas voorkomen dat een medische behandeling anders loopt dan je had gehoopt. Soms is dan sprake van een medische fout. Denk aan de situatie dat het verkeerde been is behandeld, een foute diagnose is gesteld of wanneer verkeerde medicatie is voorgeschreven. In het geval van een medische complicatie spreek je doorgaans niet van een medische fout, omdat complicaties nu eenmaal kunnenvoorkomen. Dat kan echter weer anders zijn als de complicatie is te wijten aan onzorgvuldigheid of ondeskundigheid.
Het is vaak lastig om een medische fout vast te stellen. Als je vermoedt dat er een medische fout is gemaakt, dan is het allereerst van groot belang dat je schriftelijk bijhoudt hoe jouw gezondheidssituatie zich ontwikkelt voor het geval je op een later moment de zorgverlener aansprakelijk wil stellen. Ook is het raadzaam om jouw medisch dossier op te vragen. Verder kan je klachten over de zorg melden bij het Landelijk Meldpunt Zorg.
Bijeen medische fout kan de zorgverlener zelf of de medische instelling - zoals het ziekenhuis - worden aangesproken voor de schade. Een zorgverlener moet zich tijdens de medische ingreep houden aan allerlei regels, bijvoorbeeld omtrent de hygiëne tijdens de ingreep. Als kan worden aangetoond dat de zorgverlener dergelijke regels niet heeft nageleefd, dan kan de zorgverlener verantwoordelijk worden gehouden. Uit de wet volgt dat ook de medische instelling aansprakelijk is voor tekortkomingen van al haar zorgverleners.
Indien je de zorgverlener (of instelling) aansprakelijk wil stellen voor een medische fout, is het raadzaam om een medisch haalbaarheidsonderzoek te laten uitvoeren. Met een medisch haalbaarheidsonderzoek wordt de kans van slagen van jouwmogelijke vordering beoordeeld door een medisch expert. Indien het medisch haalbaarheidsonderzoek een gunstige uitkomst heeft, dan brengt dat een grote(re)kans op een schadevergoeding. De kosten van een medisch haalbaarheidsonderzoek worden doorgaans niet door de verzekeraar van de veroorzaker betaald. Je zal deze kosten dus eerst zelf moeten betalen, maar komt de aansprakelijkheid vastte staan dan vragen we ook deze kosten retour.
Als hoofdregel geldt dat de patiënt moet aantonen dat er sprake is van een medische fout, maar de patient wordt gelukkig door de wet en rechtspraak tegemoetgekomen:
- In de eerste plaats moet de hulpverlener informatie verstrekken. Dat noemt men ook wel de verzwaarde stelplicht. In de praktijk komt het erop neer dat de hulpverlener het medische dossier ter beschikking moet stellen en dat hoge eisen worden gesteld aan de betwisting. De zorgverlener kan niet simpelweg ontkennen dat de fout is gemaakt, maar de zorgverlener zal dat ook met bescheiden moeten onderbouwen;
- In de tweede plaats geldt dat wanneer het medisch dossier incompleet is, dat de zorgverlener daarvan het risico voor draagt. Denk aan de situatie waarin de zorgverlener zich op het standpunt stelt dat is gewaarschuwd voor risico’s, maar die waarschuwing niet terug is te lezen in het medisch dossier. Het is aan de zorgverlener om het medisch dossier op orde te hebben;
- In de derde plaats geldt dat een rechter de bewijslast kan omdraaien. In dat geval drukt de bewijslast niet langer op de patient, maar is het aan de zorgverlener om aan te tonen dat toch geen medische fout is gemaakt.
Welke status heeft een “dier” in het recht? Een dier wordt sinds 1 januari 2016 juridisch niet langer beschouwd als een (roerende) zaak (artikel 3:2a BW). Tegelijkertijd heeft de wetgever alle regels die voor zaken gelden van overeenkomstige toepassing verklaard, en heeft een dier in zoverre toch juridisch dezelfde status als een tas, fiets of picknicktafel. Zowel tamme als wilde dieren kunnenschade veroorzaken, en de vraag is dan of de schade kan worden afgewenteld.
Ongevallen met dieren komen regelmatig voor. Denk daarbij aan een hondenbeet of een ongelukkige trap door een paard. Om de schade te kunnen afwentelen, moet de schade zijn ontstaan door de gedraging van het dier.
De bezitter van een dier is aansprakelijk voor alle schade die ‘zijn’ dier veroorzaakt; het centrale artikel 6:179 BW legt een zogenoemde risicoaansprakelijkheid op de bezitter van een dier. In de meest gevallen is de bezitter van het dier ook de eigenaar, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. Tevens geldt dat medebezitters van een dier hoofdelijk aansprakelijk zijn (artikel 6:180 lid 1 BW) en dat ouders vervangend aansprakelijk zijn voor de dieren van hun kinderen (artikel 6:183 lid 2 BW).
De bezitter is niet in alle gevallen aansprakelijk voor de schade die zijn of haardier veroorzaakt. Denk bijvoorbeeld aan de situatie waarin een waakhond een hap neemt uit een inbreker. De bezitter is een dergelijk geval niet aansprakelijk, omdat hij ook niet bij controle over het aansprakelijk zou zijn geweest. De bezitter zou dan een beroep hebben kunnen doen op noodweer.
Denk aan een situatie waarbij je letsel oploopt door een overstekend hert of een beet door een krokodil. We komen in de praktijk nogal wat tegen. In een dergelijk geval wordt het lastig om de schade te verhalen, omdat voor het wilde dier geen bezitter is aan te wijzen. Het bezitsvereiste staat er dan aan in de weg om de schade af te wentelen.
Een opstal is een gebouw of werk dat ‘duurzaam met de grond verenigd is’ (artikel6:174 BW). Ook bestanddelen van een gebouw of werk vallen daaronder. Denk aaneen woning, een schuur, een schutting, maar ook aan een lift en een dakgoot. Verplaatsbare en tijdelijke constructies vallen niet onder het begrip “opstal”. In zoverre is een zaak al snel een opstal, voor zover het maar de bedoeling is dat de zaak langdurig ter plaatse blijft.
Een opstal is gebrekkig wanneer het niet voldoet aan de eisen die daaraan in de gegeven omstandigheden mogen worden gesteld. Op de bezitter van een gebrekkige opstal rust een risicoaansprakelijkheid, hetgeen betekent dat de vraag of iemand blaam treft in beginsel niet aan de orde komt. Je bent als bezitter simpelweg aansprakelijk.
Denk aan een dakpan die van een huis waait. Omdat een dakpan normaal gesproken niet van een dak hoort te waaien, geldt het huis daarmee als een gebrekkige opstal. Denk ook aan een schutting die omvalt. Dat hoort ook niet te kunnen gebeuren, en de bezitter is dan ook aansprakelijk als daar (letsel)schade uit voortkomt. Andere voorbeelden van opstallen zijn een brandtrap, lift, riool, zwembad, muur, putdeksel enzovoorts; alles wat duurzaam met de grond verenigd is of geldt als een bestanddeel van al hetgeen duurzaam met de grond verenigd is.
De bezitter van de opstal kan aansprakelijk worden gesteld bij het ontstaan van de schade die jij door de gebrekkige opstal hebt opgelopen. De “bezitter” is volgens de wet diegene die de opstal voor zichzelf houdt, of is in beginsel degene die in de openbare registers als eigenaar van de opstal is ingeschreven (artikel 3:107 BW). Het is aan de bezitter van de opstal om het slachtoffer of de gedupeerde te voorzien van de verzekeringsgegevens van diens aansprakelijkheidsverzekeraar. De (letsel)schade die jij door het verwezenlijkte gebrek hebt geleden kan vervolgens op de veroorzaker of diens verzekeraar worden verhaald. Overigens is de bezitter van een opstal is niet aansprakelijk als alle nodige maatregelen zijn genomen om de gevaarlijke toestand te beëindigen of voorkomen.
Ook de openbare weg is een opstal in de zin van de wet. Loop je letsel en schade op door een gebrek aan de weg, bijvoorbeeld omdat je struikelt over een los liggende stoeptegel - dat komt nu eenmaal vaak voor - dan kan de wegbeheerder daarvoor in beginsel aansprakelijk worden gehouden. Immers, op de bezitter van een gebrekkige opstal rust een risicoaansprakelijkheid. De overheid moet er simpelweg voor zorgen dat de weg in goede staat verkeert. De Nederlandse wegbeheerders zijn Rijkswaterstaat, provincies, waterschappen en gemeenten. Je moet dus wel even weten bij welk loket je moet zijn.
Een beroepsziekte is aan de orde wanneer een ziekte het gevolg is van “een belasting die in hoofdzaak het gevolg is van het werk of de werkomstandigheden” (artikel 1.11 Arboregeling). De ziekte moet met andere woorden in verband staan met onveilige of ongezonde werkomstandigheden.
Denk dan aan ziektes die het gevolg zijn van het werken met gevaarlijke stoffen zoals asbest, Chroom-6 of oplosmiddelen, maar ook voortdurende zware lichamelijke of geestelijke belasting kunnen gezondheidsklachten veroorzaken en daarmee gelden als beroepsziekte(n). Verder kan je denken aan de burn-out als gevolg van overmatige werkbelasting, nek-, rug-, heup- en knieklachten of een luchtwegenaandoening als gevolg van Covid-19.
Jouw werkgever kan aansprakelijk worden gesteld voor het ontstaan van de schade die jij door de beroepsziekte hebt opgelopen (artikel 7:658 BW). Aan de werkgever wordt dan het verwijt gemaakt dat hij niet aan zijn zorgplicht heeft voldaan; de werkgever moet volgens de wet zorgen voor een veilige werkomgeving. Op de werknemer rust de bewijslast om aan te tonen dat de (gezondheids)schade is ontstaan in de uitoefening van de werkzaamheden. Deze bewijslast zorgt bij een bedrijfsongeval niet snel voor problemen, omdat vaak gelijk duidelijk is dat de schade op de werkvloer is ontstaan.
Bij een beroepsziekte die pas later aan het licht komt, kan het moeilijker zijn om aan te tonen dat de (gezondheids)schade tijdens de werkzaamheden is ontstaan. Dat komt omdat een beroepsziekte soms meerdere oorzaken kan hebben. De verhouding tot de privésituaties kan van betekenis zijn, bijvoorbeeld omdat niet duidelijk is of de ziekte het gevolg is van het werk, dan wel het gevolg is van buiten het werk gelegen factoren. Denk aan RSI-klachten (muisarm), die kunnen zijn ontstaan door langdurig beeldschermwerk op de werkplek dan wel het in de avonduren notuleren voor de plaatselijke tennisvereniging. De ‘arbeidsrechtelijke’ omkeringsregel en het leerstuk van de proportionele aansprakelijkheid kunnen in deze situaties soms uitkomst bieden voor de werknemer.
Als je als werknemer niet meer of in mindere mate kan werken dan ga je doorgaans eerst naar de bedrijfsarts. De bedrijfsarts zal dan de oorzaak van de ziekte vaststellen. Als de bedrijfsarts een beroepsziekte vaststelt, dan is hij of zij verplicht om de beroepsziekte te melden aan het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (artikel 9 lid 3 arbeidsomstandighedenwet en artikel 1.11 lid 1-3 arbeidsomstandighedenregeling). Ben je het niet eens met de bedrijfsarts? Dan kan je een second opinion of een deskundigenoordeel aanvragen bij het UWV. Ook jouw werkgever kan dat doen. Als je niet langer voor de betreffende werkgever werkzaam bent, dan kan een medisch haalbaarheidsonderzoek uitsluitsel geven.
Het is goed mogelijk dat je door de beroepsziekte die je hebt opgelopen arbeidsongeschikt bent geraakt. In dat geval is het mogelijk om aanspraak te maken op het loon dat je misloopt omdat je niet meer kunt werken. In veel zal jouw werkgever, gedurende de eerste twee ziektejaren, (een percentage van) het loon doorbetalen. Als dit niet of slechts beperkt het geval is, dan zal het verlies aan verdienvermogen op de betreffende aansprakelijkheidsverzekeraar van de werkgever worden verhaald. Uiteraard zijn er nog veel meer schadeposten denkbaar. Denk aan medische kosten, huishoudelijke hulp en reis- en parkeerkosten.
Een bedrijfsongeval is een ongeluk dat zich voordoet in verband met de arbeidswerkzaamheden, waarbij de werknemer letsel oploopt of zelfs overlijdt. Denk aan de werknemer die struikelt over losliggende materialen, de werknemer die met zijn hand klem blijft zitten in een machine en de werknemer die van een ladder valt. Omdat een persoon gedurende zijn leven in de regel veel tijd doorbrengtop de ‘werkvloer’, zijn bedrijfsongevallen helaas veelvoorkomend.
De werkgever moet zorgen voor een veilige werkomgeving (artikel 7:658 BW). Op de werkgever rust in dat verband een zorgplicht en die zorgplicht is bijzonder verstrekkend. Op de werknemer rust slechts de gehoudenheid om aan te tonen dat de schade is ontstaan in de uitoefening van de werkzaamheden. Het is vervolgens aan de werkgever om aan te tonen dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan. De lat voorde werkgever ligt hoog, waardoor het werkgevers vaak niet lukt om onder de aansprakelijkheid uit te komen.
Met name in verband met bedrijfsongevallen speelt het verlies aan arbeidsvermogen een rol. In de meeste gevallen zal de werkgever de eerste twee jaren het loon of een percentage daarvan doorbetalen en blijft de(ze) schade beperkt, maar voor zover je toch inkomsten mist of wanneer twee jaren zijn verstreken levert het financiële gemis schade op. Die schade kan je vervolgens verhalen op de werkgever. Behalve het verlies aan arbeidsvermogen zijn nog talloze andere schadeposten denkbaar. Op een aparte pagina elders op deze website vind je meer informatie over de verschillende schadeposten.
Ook als je geen arbeidsovereenkomst hebt met degene voor wie de werkzaamheden werden verricht (lees: als je werknemer bent), heb je onder omstandigheden toch recht op een vergoeding van de betreffende ‘werkgever’. De zorgplicht geldt op grond van de wet ook voor de freelancer, uitzendkracht, vrijwilliger of ander “ingeleend personeel”. De (schakel)bepaling van artikel 7:658 lid 2 BW is belangrijk en wordt steeds belangrijker met het flexibeler worden van de arbeidsverhoudingen.
Dat is een hele moeilijk vraag, waar helaas geen simpel antwoord op te geven is. De vraag welke schadevergoeding je als slachtoffer kan vorderen hangt samen met oneindig veel (persoonlijke) omstandigheden en verschilt van geval tot geval. Om toch een idee te geven van bedragen is elders op deze webpagina aandacht besteed aan de verschillende (materiële) schadeposten en ook vind je elders op deze webpagina meer informatie over het smartengeld waar een slachtoffer rechtop heeft. De optelsom van de materiële schade en het smartengeld vormen jouwschadevergoeding.
Voor onze letselschadeadvocaten is de (juridische) actualiteit van groot belang. Wat gisteren gold hoeft vandaag niet meer te gelden en andersom. De regelgeving is constant in beweging, en de rechtspraak staat ook nooit stil. Onze advocaten doen er alles aan om op de hoogte te zijn van de laatste ontwikkelingen, juist om de kennis en daarmee de kwaliteit van onze dienstverlening optimaal en ‘up to date’ te houden.
Gedurende de werkweek zijn we druk doende met het behartigen van de belangen van onze cliënten, maar tussen de bedrijven door houden we met artikelen op onze website onze cliënten ook graag op de hoogte van de laatste relevante ontwikkelingen. Het streven is om ten minste eenmaal per week een nieuw artikel te plaatsen.
Onze letselschadeadvocaten zijn verplicht om jaarlijks punten te halen in het kader van de verplichte Permanente Opleiding. Daarnaast wonen onze letselschadeadvocaten congressen bij en verdiepen onze advocaten zich wekelijks in de meest recente rechtspraak. Voor de actualiteiten is de website van Letselschade.nu een handig middel om op de hoogte te blijven.
We werken in de praktijk samen met mensen die we goed kennen en waar we een vertrouwensband mee hebben opgebouwd. We werken met andere woorden met vaste arbeidsdeskundigen en rekenkundigen die ons helpen om jouw letselschadezaak tot een goed einde te brengen. We werken ook samen met de brancheorganisatie Letselschade.nu om te voorzien in actuele artikelen.
Natuurlijk. Je bent als slachtoffer of anderszins geïnteresseerde altijd van harte welkom om eens op kantoor langs te komen voor een kop koffie (of thee). Op onze mooie (hoofd)vestiging in Amsterdam aan het staat de deur altijd open. Ook omdat we het leuk vinden om over onze passie (lees: het letselschadevak) te vertellen.
In de letselschadebranche zijn opvallend veel belangenbehartigers actief. Zie daar over ook een artikel elders op deze website. Zoals dat geldt in elke branche heb je goeie belangenbehartigers en minder goeie. Dat geldt echter in het bijzonder in het letselschadevak, omdat in principe iedereen zich mag opwerpen als belangenbehartiger; het is nu eenmaal geen beschermde titel, zoals de titel "advocaat" dat overigens wel is. Of jouw belangenbehartiger de kwaliteit levert die nodig is om de zaak tot een goed einde te brengen en capabel is om het onderste uit de kan te halen, is in zijn algemeenheid niet te zeggen. We beoordelen jouw dossier graag tegen een vooraf overeengekomen advies, en nemen we de zaak vervolgens aan dan is de second opinion met terugwerkende kracht gratis.
Het zal voor een slachtoffer moeilijk zijn om slechte juridische dienstverlening te herkennen. Een slachtoffer is doorgaans juridisch immers niet onderlegd. Een slachtoffer zal daarentegen vaak wel in staat zijn om te beoordelen of zijn belangenbehartiger invoelend is, afspraken nakomt en het tempo in de letselschadezaak bewaakt. Als dat niet in de haak is, dan is dat vaak een goede indicatie dat ook de juridische kwaliteit te wensen over laat.
Als jouw huidige belangenbehartiger goed werk levert, dan zullen we dat eerlijkzeggen. Het gaat ons erom dat jouw letselschadezaak in goede handen is; niet meer en niet minder. Als er geen reden is om over te stappen, dan doe je dat maar beter niet. Onze letselschadeadvocaten verstaan het vak, maar we zullen niet pretenderen dat we de enige zijn die jouw letselschadevak tot een goedeinde kunnen brengen.
Nee. Als aan onze letselschadeadvocaten is gevraagd om een lopende zaak te beoordelen, dan maken onze advocaten (opnieuw) een inschatting van jouw juridische kansen. Het kan zijn dat we de zaak niet aannemen omdat we teveel juridische beren op de weg zien of als blijkt dat onze voorganger al (te)veel aan honorarium in rekening heeft gebracht. De verzekeraar bewaakt zijn portemonnee goed, en is doorgaans niet bereid om nogmaals te betalen als een eerdere belangenbehartiger- ondanks slecht werk - al aanzienlijk voor diens werkzaamheden is beloond. In alle gevallen waarin we besluiten om de zaak niet aan te nemen, is en blijft de vooraf overeengekomen prijs voor de beoordeling van het dossier verschuldigd.
Als jij hebt besloten dat je wil overstappen en wij op onze beurt hebben besloten om de zaak aan te nemen, dan nemen onze letselschadeadvocaten het verder van je over. De overstap regelen wij, door het volledige (proces)dossier op te vragen bij de voormalige belangenbehartiger en door ons aan de verzekeraar te presenteren als jouw nieuwe belangenbehartiger. Vanaf dat moment staan wij samen aan dezelfde kant en strijden we samen voor een zo hoog mogelijke en ‘faire’ schadevergoeding.
De Gedragscode Behandeling Letselschade van de Letselschade Raad voorziet in een handjevoltermijnen voor de behandeling van letselschadezaken. Alle verzekeraars die zijn aangesloten bij het Verbond van Verzekeraars zijn aan deze termijnen in beginsel gebonden. Op grond van Gedragsregel 2 moet de ontvangst van een aansprakelijkstelling binnen twee weken door de verzekeraar worden bevestigd. Op grond van Gedragsregel4 geldt dat de verzekeraar binnen drie maanden een standpunt moet innemen ten aanzien van de aansprakelijkheid. Tot slot voorziet Gedragsregel 7 in het voorschrift dat de vergoeding binnen veertien dagen na de erkenning of definitieve vaststelling van de schade moet worden uitgekeerd. In de praktijkhouden verzekeraars zich niet altijd aan deze termijnvoorschriften, maar omdat deze bindend zijn spreken we de verzekeraar erop aan als de termijnen worden overschreden.
De Letselschade Raad heeft voor letselschadezaken regels opgesteld waaraan (ook)de verzekeraar van de veroorzaker zich in beginsel moet houden. Nadat wij onze aansprakelijkstelling aan de verzekeraar hebben verzonden, geldt op grond van Gedragsregel 7 van de Gedragscode Behandeling Letselschade dat een verzekeraar binnen drie maanden een “onderbouwd standpunt” moet innemen ten aanzien van de aansprakelijkheid.
Een rechtszaak kan helaas lang duren, maar is soms de enige route om vooruit te komen; bijvoorbeeld omdat de verzekeraar van de veroorzaker de aansprakelijkheid betwist. Een reguliere “bodemprocedure” neemt al snel anderhalf jaar in beslag. Voor letselschadezaken is er echter de voorziening van de deelgeschilprocedure. In een artikel elders op deze website hebben we aan die rechtsvoorziening aandacht besteed. Het streven van de rechtbanken is om een deelgeschilprocedure al binnen drie maanden tot een einde te brengen. In spoedeisende gevallen kennen we ook nog het kortgeding met een doorlooptijd van ongeveer vier tot acht weken.
Het (flauwe) antwoord is helaas dat daar op voorhand weinig over te zeggen is. Alles hangt samen met de concrete omstandigheden van het geval. We kunnen slechts vanuit onze ervaring meegeven dat het ons doorgaans lukt om een letselschadezaak met beperkt letsel en betrekkelijke schade binnen elf maanden tot een einde te brengen. We houden de verzekeraar strikt aan de termijnen die zijn voorgeschreven in de Gedragscode Behandeling Letselschade van de Letselschade Raad, en we zullen zelf in ieder geval geen aandeel hebben in enige vertraging. We proberen de zaak zo spoedig mogelijk af te ronden, maar met name als schade nog moet uitkristalliseren of als een medische eindtoestand nog niet kan komen vast te staan, is het eerlijke antwoord dat een letselschadezaak jaren kan duren.
De eerste vraag die slachtoffers veelal stellen ziet op de hoogte van de schadevergoeding. De tweede vraag die slachtoffers stellen is de vraag wanneer de vergoeding wordt uitgekeerd. Hoewel het beide hele logische vragen zijn, is op de beide vragen geen gemakkelijk antwoord te geven. Alles hangt af van de concrete omstandigheden van het geval. Ingeval van licht letsel met een beperkte schade, zal het sneller tot een afwikkeling komen dan bij uitzonderlijk zwaar letsel met levenslange fysieke gevolgen. Al was het maar omdat er voor de verzekeraar dan ook meer op het spel staat. In de regel proberen wij met onze beproefde werkwijze binnen elf maanden een dossier af te wikkelen, maar dat lukt niet altijd. Wij kunnen slechts garanderen dat het aan ons niet zal liggen. Bovendien zullen we in de meeste gevallen vragen om een voorschotbetaling door de verzekeraar.
De term “letsel” speelt een grote rol in het letselschaderecht. Volgens de VanDale betekent de term ook wel: “verwonding” en dat dekt de lading ook. Het letselschaderecht gaat altijd over schade die het gevolg is van een verwonding aan het lijf toegebracht door een ander. Dat kan dan gaan om fysieke verwondingen maar ook geestelijk letsel (burn-out, stresssyndroom of ander mentaal letsel) valt eronder. Vervolgens proberen we alle schade als gevolg van het letsel op de veroorzaker te verhalen. Dat is wat we doen.
Naast de term “letsel” is ook de term “schade” een belangrijk begrip in de letselschadepraktijk. Deze term lijkt misschien voor zichzelf te spreken, maar over de vraag wat schade inhoudt zijn boekenplanken volgeschreven, en in de wet is aan het begrip een hele afdeling gewijd (afd. 6.1.10 BW). Het uitgangspunt is dat het slachtoffer zoveel mogelijk moet worden gebracht in de toestand van voor het ongeluk; de situatie met het letsel wordt dan vergeleken met de situatie zoals die was geweest als het letsel niet was ontstaan. Alle(financiële) verschillen moeten als worden gecompenseerd. Dat is jouw (materiële) schade, en daar bovenop heb je recht op smartengeld.
In het letselschaderecht moet je een ander (de veroorzaker) verantwoordelijk kunnen houden om je eigen schade te kunnen verhalen. Soms is het eenvoudig om vast te stellen wie juridisch verantwoordelijk is. Zo gelden met name in het verkeersrecht harde stelregels en gelden voor het overige veelal bewijsvermoedens waar eenslachtoffer een beroep op kan doen. Soms is het echter bijzonder ingewikkeld om de aansprakelijkheid van de ander vast te stellen. In die gevallen moet een rechter eraan te pas komen om een oordeel te geven omtrent de aansprakelijkheid. Met onze ervaring kunnen wij meestal al meteen bij het eerste contact een inschatting geven over wie juridisch verantwoordelijk is.
Je hebt niet eindeloos de tijd om de veroorzaker van de schade aan te spreken. Jouw vordering is maar een beperkte tijd in rechte afdwingbaar, en tweeverjaringstermijnen zijn dan van belang. In de eerste plaats geldt voorverkeersongelukken waarbij een motorvoertuig betrokken is, een termijn van(slechts) drie jaar (artikel 10 WAM). Binnen die termijn heb je een rechtstreekse vordering op de verzekeraar. De algemene verjaringstermijn voor het vorderen van schadevergoeding bedraagt vijf jaren (artikel 3:310 BW). Deze algemene termijn geldt voor alle andere situaties.
Dat is een hele moeilijk vraag, waar helaas geen simpel antwoord op te geven is. De vraag welke schadevergoeding je als slachtoffer kan vorderen hangt samen met oneindig veel persoonlijke omstandigheden, de aard van het ongeval en de mate waarin aan de veroorzaker een juridisch verwijt kan worden gemaakt. Om toch eenidee te geven van bedragen is elders op deze webpagina aandacht besteed aan de verschillende (materiële)schadeposten en ook vind je elders op deze webpagina meer informatie over het smartengeld waar een slachtoffer recht op heeft. De optelsom van de materiële schade en het smartengeld vormen jouw schadevergoeding.
Meteen bovenaan deze pagina lees je dat Van Diepen Letselschade onderdeel is van “een groot en gerenommeerd advocatenkantoor”. Eke Tinga, Ashley Geerts en Michaël Dol zijn als advocaten werkzaam voor het advocatenkantoor Van Diepen Van der Kroef; een groot advocatenkantoor met ongeveer 70 advocaten op vier vestigingen. Omdat de website van het grotere kantoor niet altijd even toegankelijk is voor slachtoffers, is deze aparte website in het leven geroepen om slachtoffers te informeren.
Onze letselschadeadvocaten zijn Eke Tinga, Ashley Geerts en Michaël Dol. Op het kantoor Van Diepen Van der Kroef vormen zij gedrieën de Sectie Aansprakelijkheidsrecht. Binnen die Sectie worden alle zaken behandeld die te maken hebben met schade en schadevergoeding, en in het bijzonder vormt het letselschaderecht onderdeel van die praktijk. Omdat onze advocaten onderdeel zijn van een groot en gerenommeerd kantoor, hebben zij zich in het letselschaderecht kunnen specialiseren, en als andere specialismennodig zijn dan is ook dat voorhanden.
Jouw letselschadezaak is bij ons in goede en bekwame handen. Behalve dat onze letselschadeadvocaten invoelend zijn en oog hebben voor het menselijke aspect, kennen zij het letselschaderecht als geen ander. Bovendien hebben onze drie letselschadeadvocaten ruim 65 andere collega’s met andere juridische specialismen, die betrokken kunnen worden als de zaak daarom vraagt. Ga in ieder geval niet in zee met zelfbenoemde “letselschade-expert” en vergeet andere advocatenkantoren, want wat wij bieden is uniek (en gratis).
Van Diepen Letselschade is onderdeel van het advocatenkantoor Van Diepen Van der Kroef. Ons advocatenkantoor heeft vier vestigingen in Alkmaar, Hoorn, Utrecht en Amsterdam. Ons kantoor is ruim veertig jaar geleden in Amsterdam begonnen, en dat is ook waar onze letselschadeadvocaten op dagelijkse basis werken. Ben je op zoek naar een letselschadeadvocaat in Amsterdam, dan staan we jou graag bij. Overigens hoef je zelf helemaal niet in Amsterdam te wonen, want we verlenen onze diensten door het hele land.
Van Diepen Letselschade is onderdeel van de advocatenmaatschap Van Diepen Van der Kroef Advocaten, statutair gevestigd en (mede) kantoorhoudende te (1077BL) Amsterdam aan het Dijsselhofplantsoen 16-18. De advocatenmaatschap is ingeschreven in het handelsregister onder nummer 34330703


